donderdag 26 mei 2011

Kaderstuk

Gh@pro: gezondheidszorg op maat

In mei 2002 werd Gh@pro, het Gezondheidshuis voor Antwerpse prostitutie, opgestart vanuit de Universiteit Antwerpen. In het moderne gebouw dat veel weg heeft van een appartementsblok wordt gratis en anoniem gezondheidszorg verleend aan mannen en vrouwen die in de prostitutie werken.

Het Gh@pro team, onder leiding van Anne Vercauteren, bestaat uit twee artsen, een sociaal verpleegkundige, een straathoekwerkster en een sociaal assistente. Zij bieden in het hartje van het Schipperskwartier, de Verversrui, een plaats aan waar mensen die werkzaam zijn in de seksindustrie terecht kunnen voor medische en sociale hulp.

Prostitutie brengt namelijk een groot gevaar voor ongewenste zwangerschappen en soi, seksueel overdraagbare infecties, met zich mee. De meeste prostituees durven niet naar een dokter of gynaecoloog te stappen. Ze hebben vaak geen papieren en zijn niet in orde met de ziekenkas. Voor Gh@pro is dat geen probleem. Het opgeven van de werknaam, geboortedatum en land van herkomst is voldoende.

Het team doet medische onderzoeken, verstrekt informatie over zwangerschappen en soi en behandelt ze ook. Voor alle niet-beroepsverwante klachten kunnen de prostituees niet in de Verversrui terecht. Voor een griep worden ze doorverwezen naar de reguliere gezondheidszorg.

Het gezondheidshuis werkt ook samen met de Artesis Hogeschool in Antwerpen waar zij een oproep doen naar een studente verpleegkunde om hun team in de vakantie te versterken. 

Charlotte Schreurs
Kaderstuk

Albanese maffia houdt van België

Bij het woord maffioso denken we spontaan aan Don Vito Corleone uit The Godfather of aan Al Capone. Maar de maffia opereert ook in Europa en heeft lange tijd België geviseerd. Na de Val van de Berlijnse Muur was België een snoepwinkel zonder slot. Meer bepaald de Albanese maffia vestigde zich al snel in Antwerpen en nam heel de prostitutiebuurt over.

Het ‘concept’ maffia is ontstaan in Sicilië als reactie tegen de overheersende macht van de regering. Maffiosi houden zich bezig met georganiseerde misdaad: drugs- en wapenhandel, prostitutie, witwaspraktijken enzovoort. De maffia is heel goed georganiseerd en dus moeilijk op te rollen. Ze hanteren een piramidestructuur waarbij de kopstukken, meestal oudere mannen, bovenaan staan en zo opdracht geven via verschillende tussenpersonen. Bovendien hanteren maffiosi bepaalde regels waaronder bloedwraak. Wie een lid van een bepaalde familie doodt, zal zelf tot de dood achtervolgd worden door zijn familieleden. Tot een drietal jaar geleden was Antwerpen een broeihaard van misdaad en afrekeningen. De Albanese maffia zwaaide er de scepter. 

Charlotte Schreurs
Reportage

Het Schipperskwartier in Antwerpen

Schitterende stadswijk of gevaarlijk ghetto?

Als we het tegenwoordig over het Schipperskwartier, de befaamde wijk in Antwerpen, hebben, denken velen onder ons nog steeds aan ellenlange prostitutiestraten in handen van de Albanese maffia. We kunnen ons de vechtpartijen op straat, de afrekeningen in het holst van de nacht en de schamele werkomstandigheden zo al voorstellen. Die tijd is gelukkig voorbij. Vandaag is het Schipperskwartier een hippe buurt met jonge gezinnen, een bloeiende horeca en een ruim cultureel aanbod. Zo lijkt het alvast. Maar wat speelt er zich aan de andere kant van de ramen af?

Tour d’amour

Tussen de Antwerpse binnenstad en het Eilandje aan de oude haven bevindt zich het Schipperskwartier, een compacte wijk die eeuwen geleden is ontstaan vanuit de schipperscultuur. De schepen die aanmeerden in de Antwerpse haven bleven meestal niet lang en ook de bemanning had maar een beperkte tijd om zich van het noodzakelijke te voorzien. “Terwijl de schippersvrouwen in de winkelstraat, ’t Klapdorp, hun boodschappen gingen doen, frequenteerden hun wederhelften de raamprostituees in de buurt”, vertelt Sonia Patteet, al 34 jaar uitbaatster van Dagbladhandel Patteet en voorzitster van het buurtcomité.  Zowel de winkelstraat, die de bijnaam ‘de Meir van de schippers’ kreeg, als de prostitutie floreerden en het Schipperskwartier was geboren.

Prostitutie is iets van alle tijden en herbergt een bepaalde volkstraditie. Maar op een bepaald moment begon het toch uit de hand te lopen. In de jaren tachtig, toen de prostitutiezone nog uit zeventien straten bestond, werden er sociale woningen geïmplementeerd in de wijk. De verhouding tussen de bewoners van het Schipperskwartier en de prostituees, of meer bepaald hun pooiers, ontwikkelde zich niet al te best.

Na 1989 ontstond er door de Val van de Berlijnse Muur een grote instroom van Oost-Europese vrouwen. Zij kwamen meestal niet op eigen initiatief naar ons land maar werden het slachtoffer van mensenhandel. De meeste prostitutie kwam zo in handen van de Albanese maffia. Als reactie daarop verlieten heel wat bewoners de wijk want de Albanezen hielden het niet bepaald rustig.

Maar Dagbladhandel Patteet, gevestigde waarde in ’t Klapdorp, bleef bestaan. “Ik heb hier nu al 34 jaar mijn winkel en nog nooit heb ik overlast gehad van de prostitutie”, zegt uitbaatster Sonia. “De Albanezen waren niet bepaald zachtaardig tegenover hun meisjes maar ons lieten ze toch met rust.”

Afgezien van enkele diehards ontstond er een stadsvlucht. Die wildgroei van prostitutie verdreef alle andere functies. Op het Falconplein installeerde de Georgische maffia zich met een uitvoerige namaakhandel en de raamprostitutie trok dagelijks ongeveer vierduizend auto’s aan die zo een ‘tour d’amour’ vormden. Geweld, moord en afrekeningen op openbare plaatsen maakten van de wijk een echt getto.

De situatie werd niet alleen onleefbaar voor de buurt maar ook voor de prostituees zelf. Zij werden verplicht te werken in krotwoningen zonder enige sanitaire voorziening of verwarming. Het eigenlijke ‘werkgedeelte’ werd met een gordijn verdeeld in twee ruimtes waar twee meisjes tegelijkertijd hun klanten moesten ontvangen. Die mensonterende omstandigheden schreeuwden om actie.

Prostitutiebeleid

In 1998 werd de eerste Antwerpse beleidsvisie rond prostitutie opgesteld waarin algemene richtlijnen werden vastgelegd. De stad erkende de prostitutie en besefte ook dat die er moest blijven, hetzij radicaal ingeperkt. De situatie moest beheersbaar worden, criminaliteit aan banden gelegd en de werkomstandigheden van de prostituees moesten dringend verbeteren. 
“Prostitutie is er en moet ook in dezelfde buurt kunnen blijven bestaan”, zegt Hans Willems, prostitutie-ambtenaar van de stad Antwerpen. Heel de buurt moest opgewaardeerd worden en dat gebeurt natuurlijk niet in een oogwenk.

Schippersstraat
Er werd besloten om de eigenlijke raamprostitutie te beperken tot een hermetisch afgesloten zone van drie straten. De Vingerlingstraat, Verversrui en Schippersstraat, die samen een v-model vormen, werden behouden en verkeersvrij gemaakt. Zo ontstond er een functionele scheiding tussen de prostitutie en de omliggende zone waar studenten, jonge gezinnen en horecazaken zich later zullen vestigen.

De invoering van het prostitutiebeleid heeft heel wat voeten in de aarde gehad. “Juridisch gezien zaten we als lokale overheid eigenlijk in een grijze zone en begaven we ons voortdurend op glad ijs.” Prostitutie zelf is namelijk toegestaan. Alles wat prostitutie mogelijk maakt daarentegen, zoals bordelen, zijn verboden. Die abolitionistische visie werd in het Verdrag van New York vastgelegd dat in 1950 ook door België werd ondertekend. En aangezien bordelen niet zijn toegelaten bestaan er ook geen richtlijnen in verband met prostitutie.

De lokale overheid moest dus een achterpoortje vinden om toch een prostitutiebeleid te kunnen voeren. “Je moet bepaalde kapstokken vinden waar je je beleid aan ophangt. En wij hebben een sociale invalshoek gekozen”, zegt Willems. Lokale overheden hebben namelijk wel de bevoegdheid om de ordehandhaving te regelen. “We hebben ons beleid dus meer toegespitst op de aanpak van criminaliteit en een betere gezondheidszorg voor de prostituees.” Nederland vormde ook een goed voorbeeld aangezien het bordeelverbod daar sinds 2000 is opgeheven en prostitutie dus legaal is.  

Schone schijn

Maar heeft het herleiden van de prostitutiezone tot de grootte van een conservenblik geen omgekeerd effect gehad? Is het probleem niet gewoon verschoven? Marion Van San, criminologe en doctor in de sociologie, deed in 2008 een analyse van het Antwerpse prostitutiebeleid. In haar rapport ‘Schone schijn bedriegt, over opbloeiende prostitutie in de rafelranden’ maakte Van San duidelijk dat het probleem verschoven was naar de rand van de stad. Bovendien floreerden ook de ondergrondse praktijken. De meisjes die hun werk kwijt geraakt waren in het Schipperskwartier gingen ondergedoken werken in massagesalons of als escorte. Daarnaast vermeldde het rapport ook een stijging van het aantal mannelijke prostituees en doken er opnieuw signalen van mensenhandel en uitbuiting op.

Toch moeten we het probleem genuanceerd bekijken volgens Hans Willems. “In de jaren tachtig telde het Schipperskwartier zeventien straten met ongeveer 290 vitrines. Vandaag de dag zijn dat er evenveel, alleen zijn ze meer geconcentreerd. Toch is de bezettingsgraad van de ramen nu zeventig à tachtig procent. Ruimte voor werk is er dus nog genoeg.” Anderzijds geeft hij wel toe dat er een hiaat is in het beleid. “Minder zichtbare vormen zoals internetprostitutie en escorts zijn heel moeilijk te bereiken. Toch proberen we te anticiperen en met ons gezondheids-en ordebeleid ook massagesalons en bars te bereiken.”

Will Tura

"Zelfs de prostituees komen hier soms een koffietje drinken"
De huidige buurtbewoners van het Schipperskwartier hebben daar alvast geen last van. Hier gaat het dagelijkse leven zijn normale gangetje.  Op het terras van café Bartilia bestellen twee mannen op leeftijd vrolijk een pint en genieten van het zonnetje. “Zelfs de prostituees komen hier soms een koffietje drinken”, zegt barman Michael De Backer. In de drie jaar dat Michael bij Bartilia werkt, heeft hij slechts twee keer de politie moeten inschakelen. “Wij hebben meer last van het cliënteel van Café d’Anvers, gelegen in de Verversrui, dan van de prostitutie.”

“’t Schipperskwartier is een dorpje in een stad”, zegt Sonia Patteet. De buurt bruist en er heerst een sterk samenhorigheidsgevoel. Sonia vertelt levendig over het schietkraam dat midden op straat werd geïnstalleerd, het Paasfeest en de festivals die in de zomer op het Falconplein worden georganiseerd. “Will Tura is hier zelfs komen optreden, dat was pas ambiance!”

"De politieaanwezigheid zorgt voor een veilig gevoel" 
Tussen de restanten van het oude Schipperskwartier bevindt zich Kinderdagverblijf Petit Bébé. Het contrast tussen de spelende kindjes en wat er zich enkele straten verder afspeelt is groot. Toch voelen kinderverzorgsters Silvie Devos en Kristine Duerinck zich helemaal thuis in ’t Klapdorp. “We hebben veel contact met onze buren en de politieaanwezigheid zorgt voor een heel veilig gevoel”, zegt Kristine.

De sanering van de wijk was broodnodig maar de buurt is alvast enthousiast. De stad blijft initiatieven nemen om het Schipperskwartier op te waarderen. Aan de kaai werd zopas het MAS, Museum aan de Stroom, geopend. Het museum is het pronkstuk van de haven en de trots van het Schipperskwartier. Het havengebied wordt niet meer beheerst door de prostitutie en is nu een hippe en eigentijdse buurt.

Charlotte Schreurs


dinsdag 24 mei 2011

Sensoa pioniert met eerste handboek seksuele en relationele vorming


Het Vlaams expertisecentrum voor seksuele gezondheid, Sensoa, neemt een 
nieuwe stap om het seksuele bewustzijn bij jongeren te vergroten. Op 29 maart werd het handboek  voor relationele en seksuele vorming voorgesteld op een studiedag in het Vlaams ministerie van Onderwijs en Vorming.

Lynn Roodhooft: "Seksuele vorming wordt te weinig
ingewerkt tijdens de lessen"
Sensoa brengt een heel nieuw concept op de markt. Naast biologische en seksuele basisinformatie bevat het boek ook een groot deel duiding. Voor de eerste keer wordt er in een academisch werk ook ingespeeld op de leefwereld van jongeren. Zo krijgen bijvoorbeeld de invloed van nieuwe media, de eigen maatschappij en zelfs seksueel grensoverschrijdend gedrag een plaats in het boek.

Sensoa probeert relationele en seksuele vorming op een heel open en positieve manier te brengen. Niet alleen de technische aspecten van seksualiteit komen aan bod, ook het menselijke aspect krijgt aandacht. Maar hoe zal het handboek concreet een plaats krijgen in scholen? Lessenroosters zitten al propvol, is er nog plaats voor seks en relaties? 

Tot op vandaag wordt relationele en seksuele vorming niet structureel aangeboden in het secundair onderwijs. Scholen en leerkrachten vullen hun programma zelf in waardoor de vorming sterk verspreid is en erg afhankelijk is van leerkracht tot leerkracht.

“Hier wordt seksuele vorming vooral gegeven tijdens de lessen biologie en bij gebrek aan lesuren is er niet veel tijd voor duiding”, zegt Lut De Broeck, leerkracht biologie in Don Bosco Haacht. Het relationele aspect wordt in de meeste scholen aangeboden in het vak godsdienst, maar de kwaliteit en kwantiteit van die lessen kunnen wel wat variëren volgens lesgever.

“Aansluitend is er in het derde middelbaar een projectdag rond relationele vorming voorzien met onder andere invulling door de schoolarts”, vertelt Mevrouw De Broeck. Het grote probleem is blijkbaar het tekort aan uren. Moesten de leerkrachten meer tijd hebben, zouden ze  vaker kunnen uitweiden. Want de technische informatie die de leerlingen tijdens de lessen krijgen, krijgt natuurlijk voorrang. “Er is dus zeker ruimte voor verbetering, al vind ik de vorming op onze school niet slecht. Wij hebben alvast interesse in het handboek van Sensoa, alleen zal ik eens moeten bestuderen hoe we dat kunnen inpassen in de lessen biologie.”

Moet er dan een apart vak voorzien worden voor seksuele en relationele vorming? Volgens Lynn Roodhooft, leerlinge in het vijfde middelbaar, is dat toch net iets te veel. “Informatie over seks en relaties kan perfect ingewerkt worden tijdens de lessen biologie en godsdienst, alleen gebeurt dat nu nog te weinig.” Bovendien wordt bepaalde informatie pas gegeven wordt als het misschien al te laat is. De gevaren van seksueel overdraagbare aandoeningen worden bijvoorbeeld pas besproken in het zesde middelbaar terwijl veel jongeren dan al lang seksueel actief zijn.

Er is dus ook op vraag van de leerlingen zelf nood aan een herstructurering van de seksuele en relationele vorming. Het handboek van Sensoa is zeker een eerste stap in de goede richting. Maar natuurlijk moeten leerkrachten ook wel tijd hebben om het handboek te kunnen gebruiken. En dat is nu net waar het schoentje knelt.

Charlotte Schreurs
Brussel lanceert campagne rond agressie tegen holebi’s en transgenders

Met de ‘Hatecrime’ campagne wil het Hoofdstedelijk Gewest homofoob en transfoob geweld aanpakken. Hatecrime werd het leven  ingeblazen door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, in samenwerking met de Brusselse politie en verenigingen die de rechten van holebi’s en transgenders verdedigen.

De holebi en transgender gemeenschap is een kwetsbare groep. Ze weten vaak niet hoe ze op fysiek en verbaal geweld moeten reageren en bij welke instanties ze kunnen aankloppen voor hulp. Vaak wordt er, zelfs bij zwaar fysiek geweld,  gewoon geen klacht ingediend uit schaamte, angst voor wraak of angst om details te moeten beschrijven aan de politie. Maar geweld is een misdrijf en kan zware psychologische gevolgen met zich meebrengen.

De campagne benadrukt dat het heel belangrijk is om wel een klacht in te dienen. Enkel op die manier  kan de politie de ernst van de problematiek inschatten en concrete maatregelen treffen. Bovendien is het ook voor het persoonlijk herstel een goede zaak, zodat het slachtoffer zich niet in het isolement laat dringen.

In België zijn er antidiscriminatiewetten van kracht die agressie en geweld omwille van iemands seksuele geaardheid als een strafbaar feit beschouwen. Als de dader de feiten dan ook nog eens gepleegd heeft uit haat of minachting tegenover het slachtoffer dan wordt het misdrijf verzwaard. In dat geval heeft men het over een haatmisdrijf, vandaar ook de titel van de campagne.

In het kader van Hatecrime loopt er momenteel een tentoonstelling van een twintigtal street art kunstenaars. Je kan Artists Against Agression van 28 april tot 31 mei gaan bezoeken in de Sint Gorikshallen in Brussel. Daarna verhuist de tentoonstelling telkens naar verschillende culturele centra in heel Vlaanderen.

Charlotte Schreurs