Reportage
Het Schipperskwartier in Antwerpen
Schitterende stadswijk of gevaarlijk ghetto?
Als we het tegenwoordig over het Schipperskwartier, de befaamde wijk in Antwerpen, hebben, denken velen onder ons nog steeds aan ellenlange prostitutiestraten in handen van de Albanese maffia. We kunnen ons de vechtpartijen op straat, de afrekeningen in het holst van de nacht en de schamele werkomstandigheden zo al voorstellen. Die tijd is gelukkig voorbij. Vandaag is het Schipperskwartier een hippe buurt met jonge gezinnen, een bloeiende horeca en een ruim cultureel aanbod. Zo lijkt het alvast. Maar wat speelt er zich aan de andere kant van de ramen af?
Tour d’amour
Tussen de Antwerpse binnenstad en het Eilandje aan de oude haven bevindt zich het Schipperskwartier, een compacte wijk die eeuwen geleden is ontstaan vanuit de schipperscultuur. De schepen die aanmeerden in de Antwerpse haven bleven meestal niet lang en ook de bemanning had maar een beperkte tijd om zich van het noodzakelijke te voorzien. “Terwijl de schippersvrouwen in de winkelstraat, ’t Klapdorp, hun boodschappen gingen doen, frequenteerden hun wederhelften de raamprostituees in de buurt”, vertelt Sonia Patteet, al 34 jaar uitbaatster van Dagbladhandel Patteet en voorzitster van het buurtcomité. Zowel de winkelstraat, die de bijnaam ‘de Meir van de schippers’ kreeg, als de prostitutie floreerden en het Schipperskwartier was geboren.
Prostitutie is iets van alle tijden en herbergt een bepaalde volkstraditie. Maar op een bepaald moment begon het toch uit de hand te lopen. In de jaren tachtig, toen de prostitutiezone nog uit zeventien straten bestond, werden er sociale woningen geïmplementeerd in de wijk. De verhouding tussen de bewoners van het Schipperskwartier en de prostituees, of meer bepaald hun pooiers, ontwikkelde zich niet al te best.
Na 1989 ontstond er door de Val van de Berlijnse Muur een grote instroom van Oost-Europese vrouwen. Zij kwamen meestal niet op eigen initiatief naar ons land maar werden het slachtoffer van mensenhandel. De meeste prostitutie kwam zo in handen van de Albanese maffia. Als reactie daarop verlieten heel wat bewoners de wijk want de Albanezen hielden het niet bepaald rustig.
Maar Dagbladhandel Patteet, gevestigde waarde in ’t Klapdorp, bleef bestaan. “Ik heb hier nu al 34 jaar mijn winkel en nog nooit heb ik overlast gehad van de prostitutie”, zegt uitbaatster Sonia. “De Albanezen waren niet bepaald zachtaardig tegenover hun meisjes maar ons lieten ze toch met rust.”
Afgezien van enkele diehards ontstond er een stadsvlucht. Die wildgroei van prostitutie verdreef alle andere functies. Op het Falconplein installeerde de Georgische maffia zich met een uitvoerige namaakhandel en de raamprostitutie trok dagelijks ongeveer vierduizend auto’s aan die zo een ‘tour d’amour’ vormden. Geweld, moord en afrekeningen op openbare plaatsen maakten van de wijk een echt getto.
De situatie werd niet alleen onleefbaar voor de buurt maar ook voor de prostituees zelf. Zij werden verplicht te werken in krotwoningen zonder enige sanitaire voorziening of verwarming. Het eigenlijke ‘werkgedeelte’ werd met een gordijn verdeeld in twee ruimtes waar twee meisjes tegelijkertijd hun klanten moesten ontvangen. Die mensonterende omstandigheden schreeuwden om actie.
Prostitutiebeleid
In 1998 werd de eerste Antwerpse beleidsvisie rond prostitutie opgesteld waarin algemene richtlijnen werden vastgelegd. De stad erkende de prostitutie en besefte ook dat die er moest blijven, hetzij radicaal ingeperkt. De situatie moest beheersbaar worden, criminaliteit aan banden gelegd en de werkomstandigheden van de prostituees moesten dringend verbeteren.
“Prostitutie is er en moet ook in dezelfde buurt kunnen blijven bestaan”, zegt Hans Willems, prostitutie-ambtenaar van de stad Antwerpen. Heel de buurt moest opgewaardeerd worden en dat gebeurt natuurlijk niet in een oogwenk.
|
Schippersstraat |
Er werd besloten om de eigenlijke raamprostitutie te beperken tot een hermetisch afgesloten zone van drie straten. De Vingerlingstraat, Verversrui en Schippersstraat, die samen een v-model vormen, werden behouden en verkeersvrij gemaakt. Zo ontstond er een functionele scheiding tussen de prostitutie en de omliggende zone waar studenten, jonge gezinnen en horecazaken zich later zullen vestigen.
De invoering van het prostitutiebeleid heeft heel wat voeten in de aarde gehad. “Juridisch gezien zaten we als lokale overheid eigenlijk in een grijze zone en begaven we ons voortdurend op glad ijs.” Prostitutie zelf is namelijk toegestaan. Alles wat prostitutie mogelijk maakt daarentegen, zoals bordelen, zijn verboden. Die abolitionistische visie werd in het Verdrag van New York vastgelegd dat in 1950 ook door België werd ondertekend. En aangezien bordelen niet zijn toegelaten bestaan er ook geen richtlijnen in verband met prostitutie.
De lokale overheid moest dus een achterpoortje vinden om toch een prostitutiebeleid te kunnen voeren. “Je moet bepaalde kapstokken vinden waar je je beleid aan ophangt. En wij hebben een sociale invalshoek gekozen”, zegt Willems. Lokale overheden hebben namelijk wel de bevoegdheid om de ordehandhaving te regelen. “We hebben ons beleid dus meer toegespitst op de aanpak van criminaliteit en een betere gezondheidszorg voor de prostituees.” Nederland vormde ook een goed voorbeeld aangezien het bordeelverbod daar sinds 2000 is opgeheven en prostitutie dus legaal is.
Schone schijn
Maar heeft het herleiden van de prostitutiezone tot de grootte van een conservenblik geen omgekeerd effect gehad? Is het probleem niet gewoon verschoven? Marion Van San, criminologe en doctor in de sociologie, deed in 2008 een analyse van het Antwerpse prostitutiebeleid. In haar rapport ‘Schone schijn bedriegt, over opbloeiende prostitutie in de rafelranden’ maakte Van San duidelijk dat het probleem verschoven was naar de rand van de stad. Bovendien floreerden ook de ondergrondse praktijken. De meisjes die hun werk kwijt geraakt waren in het Schipperskwartier gingen ondergedoken werken in massagesalons of als escorte. Daarnaast vermeldde het rapport ook een stijging van het aantal mannelijke prostituees en doken er opnieuw signalen van mensenhandel en uitbuiting op.
Toch moeten we het probleem genuanceerd bekijken volgens Hans Willems. “In de jaren tachtig telde het Schipperskwartier zeventien straten met ongeveer 290 vitrines. Vandaag de dag zijn dat er evenveel, alleen zijn ze meer geconcentreerd. Toch is de bezettingsgraad van de ramen nu zeventig à tachtig procent. Ruimte voor werk is er dus nog genoeg.” Anderzijds geeft hij wel toe dat er een hiaat is in het beleid. “Minder zichtbare vormen zoals internetprostitutie en escorts zijn heel moeilijk te bereiken. Toch proberen we te anticiperen en met ons gezondheids-en ordebeleid ook massagesalons en bars te bereiken.”
Will Tura
|
"Zelfs de prostituees komen hier soms een koffietje drinken" |
De huidige buurtbewoners van het Schipperskwartier hebben daar alvast geen last van. Hier gaat het dagelijkse leven zijn normale gangetje. Op het terras van café Bartilia bestellen twee mannen op leeftijd vrolijk een pint en genieten van het zonnetje. “Zelfs de prostituees komen hier soms een koffietje drinken”, zegt barman Michael De Backer. In de drie jaar dat Michael bij Bartilia werkt, heeft hij slechts twee keer de politie moeten inschakelen. “Wij hebben meer last van het cliënteel van Café d’Anvers, gelegen in de Verversrui, dan van de prostitutie.”
“’t Schipperskwartier is een dorpje in een stad”, zegt Sonia Patteet. De buurt bruist en er heerst een sterk samenhorigheidsgevoel. Sonia vertelt levendig over het schietkraam dat midden op straat werd geïnstalleerd, het Paasfeest en de festivals die in de zomer op het Falconplein worden georganiseerd. “Will Tura is hier zelfs komen optreden, dat was pas ambiance!”
|
"De politieaanwezigheid zorgt voor een veilig gevoel" |
Tussen de restanten van het oude Schipperskwartier bevindt zich Kinderdagverblijf Petit Bébé. Het contrast tussen de spelende kindjes en wat er zich enkele straten verder afspeelt is groot. Toch voelen kinderverzorgsters Silvie Devos en Kristine Duerinck zich helemaal thuis in ’t Klapdorp. “We hebben veel contact met onze buren en de politieaanwezigheid zorgt voor een heel veilig gevoel”, zegt Kristine.
De sanering van de wijk was broodnodig maar de buurt is alvast enthousiast. De stad blijft initiatieven nemen om het Schipperskwartier op te waarderen. Aan de kaai werd zopas het MAS, Museum aan de Stroom, geopend. Het museum is het pronkstuk van de haven en de trots van het Schipperskwartier. Het havengebied wordt niet meer beheerst door de prostitutie en is nu een hippe en eigentijdse buurt.
Charlotte Schreurs